Het centrale zenuwstelsel is verantwoordelijk voor de ordelijke rekrutering van motorneuronen, te beginnen met de kleinste motorische eenheden. Het maatprincipe van Henneman geeft aan dat motoreenheden worden gerekruteerd van de kleinste naar de grootste op basis van de grootte van de lading. Voor kleinere ladingen die minder kracht vereisen, worden langzame spiervezels met lage kracht en vermoeidheidsbestendige spiervezels geactiveerd voorafgaand aan de rekrutering van de snelle spiertrekkingen, krachtige, minder vermoeidheidsbestendige spiervezels. Grotere motoreenheden zijn doorgaans samengesteld uit snellere spiervezels die hogere krachten genereren.
Het centrale zenuwstelsel heeft twee verschillende manieren om de kracht die wordt geproduceerd door een spier door rekrutering van motorische eenheden: ruimtelijke rekrutering en tijdelijke rekrutering. Ruimtelijke rekrutering is de activering van meer motorische eenheden om een grotere kracht te produceren. Grotere motorische eenheden trekken samen met kleine motorische eenheden totdat alle spiervezels in een enkele spier zijn geactiveerd, waardoor de maximale spierkracht. Temporele motoreenheid rekrutering, of snelheidscodering, behandelt de frequentie van activering van spiervezelsamentrekkingen. Opeenvolgende stimulatie op de motor Eenheidsvezels van het alfamotorneuron zorgen ervoor dat de spier vaker trilt totdat de spiertrekkingen tijdelijk “versmelten”. Dit produceert een grotere kracht dan enkelvoudige contracties door het interval tussen stimulaties te verkleinen om een grotere kracht te produceren met hetzelfde aantal motoreenheden.
Met behulp van elektromyografie (EMG) kunnen de neurale strategieën van spieractivering worden gemeten. Ramp-force-drempel verwijst naar een index van de motorneurongrootte om het grootteprincipe te testen. Dit wordt getest door de rekruteringsdrempel van een motoreenheid te bepalen tijdens isometrische contractie waarbij de kracht geleidelijk wordt verhoogd. Motoreenheden die met lage kracht worden gerekruteerd (laagdrempelige eenheden) zijn meestal kleine motoreenheden, terwijl eenheden met een hoge drempel worden gerekruteerd wanneer hogere krachten nodig zijn en waarbij grotere motorneuronen betrokken zijn. Deze hebben de neiging om kortere contractietijden te hebben dan de kleinere eenheden. Het aantal extra motoreenheden dat wordt gerekruteerd tijdens een gegeven krachttoename neemt sterk af bij hoge niveaus van vrijwillig geweld. Dit suggereert dat, hoewel eenheden met een hoge drempel meer spanning genereren, de bijdrage van rekrutering om vrijwillige kracht te vergroten afneemt bij hogere krachtniveaus.
Om stimulatie van de motorische eenheid te testen, worden elektroden extracellulair op de huid geplaatst en een intramusculaire stimulatie wordt toegepast. Nadat de motoreenheid is gestimuleerd, wordt zijn puls vervolgens geregistreerd door de elektrode en weergegeven als een actiepotentiaal, bekend als een motoreenheidactiepotentiaal (MUAP). Wanneer meerdere MUAPs binnen een kort tijdsinterval worden geregistreerd, wordt een motoreenheid actiepotentiaal trein (MUAPT) genoteerd. De tijd tussen deze pulsen staat bekend als het interpulsinterval (IPI). Bij medische elektrodiagnostische tests voor een patiënt met zwakte, kan een zorgvuldige analyse van de MUAP-grootte, vorm en rekruteringspatroon helpen om een myopathie te onderscheiden van een neuropathie.