Cadmiumafvalstromen uit de industrie komen voornamelijk in de bodem terecht. Oorzaken van deze afvalstromen zijn bijvoorbeeld zinkproductie, fosfaatertsimplicatie en bio-industriële mest. Ook via de verbranding van (huishoudelijk) afval en verbranding van fossiele brandstoffen kunnen afvalstromen van cadmium in de lucht terechtkomen. Door regelgeving komt nu nog maar weinig cadmium in het water via lozing van afvalwater van huishoudens of industrieën.
Een andere belangrijke bron van cadmiumemissie is de productie van kunstmestfosfaat. Een deel van het cadmium komt in de bodem terecht nadat de mest op landbouwgrond is aangebracht en de rest van het cadmium komt in het oppervlaktewater terecht wanneer afval van mestproductie door productiebedrijven wordt gestort.
Cadmium kan over grote afstanden worden vervoerd als het wordt geabsorbeerd door slib. Dit cadmiumrijke slib kan zowel oppervlaktewateren als bodems vervuilen.
Cadmium adsorbeert sterk aan organisch materiaal in bodems. Als cadmium in de bodem aanwezig is, kan het buitengewoon gevaarlijk zijn, omdat de opname via voedsel zal toenemen. Verzuurde bodems versterken de opname van cadmium door planten. Dit is een potentieel gevaar voor de dieren die afhankelijk zijn van de planten om te overleven. Cadmium kan zich ophopen in hun lichaam, vooral als ze meerdere planten eten. Koeien kunnen hierdoor grote hoeveelheden cadmium in hun nieren hebben.
Regenwormen en andere essentiële bodemorganismen zijn buitengewoon gevoelig voor cadmiumvergiftiging. Ze kunnen bij zeer lage concentraties afsterven en dit heeft gevolgen voor de bodemstructuur. Wanneer cadmiumconcentraties in bodems hoog zijn, kunnen ze bodemprocessen van micro-organismen beïnvloeden en het hele bodemecosysteem bedreigen.
In aquatische ecosystemen kan cadmium bio-accumuleren in mosselen, oesters, garnalen, kreeften en vissen. De gevoeligheid voor cadmium kan sterk variëren tussen waterorganismen. Van zoutwaterorganismen is bekend dat ze beter bestand zijn tegen cadmiumvergiftiging dan zoetwaterorganismen.
Dieren die cadmium eten of drinken, krijgen soms hoge bloeddruk, leverziekte en zenuw- of hersenbeschadiging.