St. Thomas van Aquino (1225–1274)
St. Thomas, het nageslacht van de Italiaanse adel, werd geboren in het familiekasteel van Rocca Secca ten noorden van Napels in ongeveer 1225. Terwijl hij studeerde aan de Universiteit van Napels, ontmoette Thomas de dominicaner monniken en kreeg hij het habijt. De familie van Thomas, die voor hem de machtige positie van abt van de benedictijnenabdij Monte Cassino verkoos, in plaats van een leven als bedelende monnik in een nederige nieuwe orde, liet hem ontvoeren en opsluiten, in de hoop dat hij hierdoor van gedachten zou veranderen. De broers van Thomas probeerden zelfs zijn roeping te vernietigen door een slechte vrouw te sturen om hem te verleiden, maar de jonge Thomas joeg haar uit zijn cel met een brandende fakkel, knielde toen en bad om verlossing van alle verleidingen tegen kuisheid. God stuurde engelen om Thomas te dienen en hem te omgorden met een cinctuur van eeuwige kuisheid.
Na een jaar gevangenschap ontsnapte Thomas met de hulp van zijn zusters en keerde terug naar de Dominicanen. Na een periode van vorming en studie in Keulen en Parijs onder de voogdij van St. Albert de Grote, begon Thomas zijn levenswerk van lesgeven en schrijven. Hij gaf les aan universiteiten en Dominicaanse huizen in Parijs, Rome en Napels. Zijn geschreven werken omvatten commentaren op de Heilige Schrift en op de werken van de filosoof Aristoteles, en zijn bekendste werk, de Summa Theologiae (een werk dat de theologische basis geeft van de waarheden van het katholieke geloof).
St. Thomas, een zachtaardige, nederige man, had een diepe toewijding aan het kruis van Christus. Hij zei dat hij meer van het kruisbeeld had geleerd dan van welk boek dan ook. Hij begon al zijn werken in gebed aan de voet van het kruis. Zijn liefde voor Christus in de eucharistie komt tot uiting in de hymnen en gebeden die hij componeerde voor de liturgie van het Corpus Christi-feest. De bekendste van deze hymnen zijn O Salutaris Hostia, Tantum Ergo Sacramentum en Panis Angelicus.
In zijn korte leven – hij was pas ongeveer vijftig toen hij stierf – liet hij een schat aan wijsheid en kennis achter voor de Kerk die hem heeft geëerd met de Angelic Doctor. Zowel het Concilie van Trente als het Tweede Vaticaans Concilie vertrouwden op zijn werken en noemden deze expliciet, vooral de Summa Theologiae.
Voor zijn dood had St. Thomas een visioen of mystieke ervaring waardoor hij stopte met schrijven en zei dat alles wat hij had geschreven als stro leek in vergelijking met wat hij had gezien. In 1274, terwijl hij vanuit Napels reisde om op verzoek van de paus het Concilie van Lyon bij te wonen, sloeg Thomas zijn hoofd tegen een laaghangende boomtak. Zijn metgezellen brachten hem naar het nabijgelegen huis van zijn zus. Toen Thomas besefte dat hij niet zou herstellen, vroeg hij zijn broers om hem naar het cisterciënzer klooster in Fossanova te brengen. Hij stierf daar op 7 maart en werd begraven in een kapel in het klooster. Zijn stoffelijk overschot is sindsdien teruggegeven aan de Dominicaanse Orde en ligt in Toulouse, Frankrijk. St. Thomas was een van de grootste en meest invloedrijke theologen aller tijden. Hij werd in 1323 heilig verklaard en door paus Pius V uitgeroepen tot kerkleraar.