Wat was het?
Een weefgetouw is een apparaat dat is ontworpen om draden tot stof te weven. Het weefgetouw was een door stoom aangedreven weefgetouw dat het proces mechaniseerde, waardoor mensen minder toezicht hoefden te houden op het weefproces. Het oorspronkelijke ontwerp was gebrekkig en had verbeteringen nodig.
Hoe werkte het?
Power-weefgetouwen werkten op dezelfde manier als de originele handweefgetouwen. Met handweefgetouwen tilden voetpedalen de ketting (strak gespannen draden) op en neer terwijl de inslag (zwakkere draden) tussen de kettingdraden werd getrokken, waardoor er stof ontstond. Krachtige weefgetouwen behielden dit basisproces, maar vervingen de krachtbron die nodig was om de kettingdraden te trekken met stoomkracht, waardoor de vaardigheid die nodig was om de stof te weven werd verminderd.
Waar was het voor?
Heel eenvoudig, deze innovatie versnelde de proces van het weven van stof enorm, waardoor veel meer stof kan worden geproduceerd, en in een veel sneller tempo. Ook werd het weefproces aanzienlijk vereenvoudigd, waardoor minder geschoolde arbeiders de weefgetouwen konden bedienen, wat de arbeidskosten voor de fabrikanten verlaagde. Deze uitvinding, in zijn geperfectioneerde editie, maakte het weefproces sneller, goedkoper en over het algemeen minder gecompliceerd voor textielfabrikanten.
Waarom was het nodig?
Met de industriële revolutie waren er veel nieuwe uitvindingen, en samen met die uitvindingen veel verschillende, nieuwe beroepen en banen. Tijdens de industriële revolutie migreerden steeds meer mensen van het platteland naar de steden, op zoek naar banen en carrières die verder gingen dan de eenvoudige landbouw. Mensen hadden steeds minder tijd om te besteden aan ouderwetse dingen zoals het weven van hun eigen kleding, en dus was innovatie nodig. Hoewel weven een aloude traditie was, kon met de hand weven eenvoudigweg niet genoeg textiel en stof produceren om aan de nieuwe vraag te voldoen. Bovendien maakten zelfs bekwame wevers fouten tijdens het weven, waardoor kleding van slechte kwaliteit met gaten ontstond. kortom, mensen hadden meer geld te besteden aan luxe, zoals nieuwe kleding, en hadden minder tijd om hun eigen kleding te weven.
Hoe leefden mensen ervoor?
Vóór de industriële revolutie (die de technologie mogelijk maakte voor het weefgetouw ), werd het weven van kleding voor kleding met de hand gedaan, meestal een taak die parttime werd uitgevoerd door een familie van ambachtslieden. Niet alle wevers waren hier per se goed in, en het proces was ook vervelend en traag, zelfs voor meesterwevers. stof die traag werd geproduceerd en vaak niet eens van behoorlijke kwaliteit was.