De euro werd op nieuwjaarsdag 2002 in omloop gebracht in Oostenrijk, België, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal en Spanje. Toen andere landen toetraden tot de EU, werd de euro ook in hen geïntroduceerd.
Er zijn 7 EU-landen die de euro in de toekomst zullen invoeren, maar tot nu toe niet: Bulgarije, Kroatië, Tsjechië, Hongarije , Polen, Roemenië en Zweden. Ten slotte kozen het VK en Denemarken – die EU-lidstaten waren toen de euro werd ingevoerd – ervoor om de euro niet te gebruiken.
Sommige niet-EU-lidstaten gebruiken ook de euro: de kleine soevereine staten Andorra, Monaco, San Marino en Vaticaanstad.
De munteenheid voltooit de uitgave van de nieuwste bankbiljetten, de Europa-serie. De € 100 en € 200 notes zijn op 28 mei 2019 geïntroduceerd en hebben de introductie afgerond. Oude biljetten blijven geldig, maar zullen geleidelijk uit omloop raken.
De Europese Centrale Bank produceert niet langer biljetten van € 500, maar de biljetten die nog in omloop zijn, blijven wettig betaalmiddel.
De euro is wereldwijd de tweede meest verhandelde valuta, na de Amerikaanse dollar, en er zijn verschillende wereldwijde valutas aan gekoppeld. Hoewel de fysieke valuta in 2002 in landen werd geïntroduceerd, werd deze sinds 1 januari 1999 in niet-fysieke vorm, ook elektronisch, verhandeld.
Het is misschien ook goed om te weten dat wanneer u ponden naar euros omzet, je ruilt s werelds oudste valuta in voor een van de nieuwste.