Wat gebeurt er tijdens een bloedonderzoek?
Bij een bloedtest wordt meestal een bloedmonster genomen uit een bloedvat in uw arm.
De arm is een handig deel van het lichaam om te gebruiken omdat hij gemakkelijk kan worden blootgelegd. De gebruikelijke plaats voor het nemen van een monster is de binnenkant van de elleboog of pols, waar de aderen relatief dicht bij het oppervlak zijn.
Bloedmonsters van kinderen worden vaak uit de rug van de hand genomen. Hun huid kan worden verdoofd met een speciale spray of crème voordat het monster wordt genomen.
Een strakke band (tourniquet) wordt meestal om uw bovenarm gelegd. Hierdoor wordt de arm bekneld, waardoor de bloedstroom tijdelijk wordt vertraagd en de ader opzwelt. Dit maakt het gemakkelijker om een monster te nemen.
Voordat het monster wordt afgenomen, kan de arts of verpleegkundige het gebied van de huid reinigen met een antiseptisch doekje.
Een naald bevestigd aan een spuit of speciale container wordt in de ader ingebracht. De spuit wordt gebruikt om een bloedmonster op te nemen. U kunt een licht prikkelend of krassend gevoel voelen als de naald erin gaat, maar het mag niet pijnlijk zijn. Als u niet van naalden en bloed houdt, vertel dit dan aan de persoon die het monster afneemt, zodat hij of zij u op uw gemak kan stellen. / p>
Wanneer het monster is genomen, wordt de tourniquet losgelaten en wordt de naald verwijderd. Met een wattenschijfje wordt gedurende enkele minuten druk op de huid uitgeoefend. Er kan een pleister op de kleine wond worden aangebracht om deze schoon te houden.