In de meeste gevallen gebruiken die tradities waar het leren van muziek door op het gehoor te spelen van het grootste belang is, geen enkele vorm van muzieknotatie. Enkele voorbeelden hiervan, zoals door vroege bluesgitaristen en pianisten, Romani-violisten en volksmuziekgitaristen.
A groep Hindoestaanse musici
(ca. 1870)
Een bijzonder prominent voorbeeld is van Indiase klassieke muziek, waar de lesmethoden van de twee belangrijkste onderdelen (Hindoestaans en Carnatisch ) zijn bijna uitsluitend mondeling.
Westerse klassieke muziek Bewerken
Historisch gezien is de westerse klassieke muziektraditie gebaseerd op het proces van het leren van nieuwe stukken uit de muzieknotatie, en daarom is spelen op het gehoor minder belangrijk bij muzikale training.
Bij veel lesmethoden in deze traditie wordt echter op een of andere manier op het gehoor gespeeld. Voorbeelden hiervan zijn de cursussen “gehoortraining” die een standaardonderdeel zijn van conservatorium- of universiteitsmuziekprogrammas (inclusief het gebruik van Solfège), en de Suzuki-methode, die een sterk ontwikkelde focus op het spelen op het gehoor vanaf zeer jonge leeftijd omvat.
In het Westen wordt leren op het gehoor ook geassocieerd met de genres volksmuziek, blues, rock, pop, funk, reggae en jazz.