Dit beroemde vers zet de bespreking van rijkdom voort en maakt expliciet wat er in Mattheüs 6:21 werd geïmpliceerd: een persoon kan niet zowel materiële goederen als geestelijk welzijn nastreven. De twee doelen sluiten elkaar wederzijds uit.
Dit beroemde gezegde komt ook voor in Lucas 16:13, maar daar komt het aan het einde van de gelijkenis van de onrechtvaardige rentmeester. In het evangelie van Lucas is het gezegde dus duidelijk een over God en geld. In Mattheüs impliceren de vorige verzen dat het kan betekenen dat alles boven God wordt geplaatst.
Leon Morris merkt op dat het Grieks: δουλεύειν, douleuein, vertaald als dienen, betekent letterlijk slaaf zijn van, in tegenstelling tot in Lucas waar de verwijzing naar dienaren is. De Holman Christian Standard Bible vertaalde de zin als “Niemand kan een slaaf zijn van twee meesters”. David Hill merkt op dat terwijl arbeiders het vaak zouden doen meer dan één werkgever hebben, was het voor een slaaf onmogelijk om twee meesters te hebben en de auteur van Matthew kan de slaafmetafoor als de duidelijkere hebben gekozen.Morris merkt echter op dat Handelingen 16:16 een slaaf met meer dan één meester noemt. Wat Jezus opmerkt is geen juridische onmogelijkheid, maar een psychologische. Hoewel de slaaf in eerste instantie zou kunnen geloven dat hij beide meesters evenveel kan dienen, zal hij uiteindelijk de voorkeur geven aan de ene boven de andere. De slavernij-metafoor kan ook de waarschuwing van Jezus verzachten. Men kan geen slaaf zijn van zowel God als geld, maar het betekent niet dat men niet zowel een slaaf van God kan zijn als ook een redelijk belang in geld nastreeft. Dit vers is niet een oproep om afstand te doen van alle rijkdom, maar slechts een waarschuwing tegen de verafgoding van het najagen van geld.
Het woord vertaald als “liefde” is Grieks: αγαπησει agapēsei.
Het woord mammon was een standaard woord voor geld of bezittingen, en in de literatuur van die periode is het over het algemeen geen pejoratieve term. Vaak werden joden opgeroepen om God te eren met hun mammon door middel van donaties. Sommige andere teksten, zoals 1 Enoch, gebruiken het nastreven van mammon als een negatief contrast met het nastreven van heiligheid. Traditioneel werd aangenomen dat Mammon de naam was van een heidense god die synoniem was met hebzucht, maar er is geen bewijs dat een god met deze naam ooit werd aanbeden en het is onzeker hoe dit woord in het lexicon terechtkwam. Desondanks wordt het woord nog steeds vaak onvertaald gelaten alsof het een persoonlijke naam is. Het karakter van Mammon komt ook voor in de werken van Milton.
Mattheüs 6:24 loopt ook parallel met een deel van Gezegde 47 van het niet-canonieke Evangelie van Thomas.