Patiënten met as lijken normaal bij de geboorte. In de eerste 6 maanden van de neonatale periode kunnen voedingsproblemen en hypotonie optreden, gevolgd door een ontwikkelingsachterstand tussen 6 maanden en 2 jaar. Over het algemeen ontwikkelen zich vanaf de leeftijd van 1 jaar de typische kenmerken van AS: ernstige intellectuele achterstand, afwezigheid van spraak, uitbarstingen van gelach met klapperende handen, microcefalie, macrostomie, maxillaire hypoplasie, prognathie en neurologische problemen met een marionetachtige gang, ataxie en epileptische aanvallen met specifieke elektro-encefalogram (EEG) afwijkingen (driefasige delta-activiteit met een maximum over de frontale regios). Andere tekenen die zijn beschreven, zijn onder meer een vrolijk gedrag, hyperactiviteit zonder agressie, korte aandachtsspanne, prikkelbaarheid en slaapproblemen met verminderde behoefte om te slapen, verhoogde gevoeligheid voor warmte, aantrekking tot en fascinatie voor water. Met het ouder worden worden de typische kenmerken van de ziekte minder uitgesproken als gevolg van verruwing van het gelaat, thoracale scoliose en mobiliteitsproblemen. Thoracale scoliose wordt gemeld bij 40% van de AS-patiënten (meestal vrouwen). Aanvallen blijven aanwezig bij volwassen patiënten, maar hyperactiviteit, korte aandachtsspanne en slaapproblemen verbeteren. Bij patiënten met deletie van het 15q11-gebied komen iris en choroïdale hypopigmentatie vaak voor.