De fundamentele attributiefout is de neiging die mensen hebben om persoonlijke kenmerken te veel te benadrukken en situationele factoren te negeren bij het beoordelen van het gedrag van anderen. Vanwege de fundamentele attributiefout zijn we geneigd te geloven dat anderen slechte dingen doen omdat ze slechte mensen zijn. We zijn geneigd om situationele factoren te negeren die mogelijk een rol hebben gespeeld.
Als iemand ons bijvoorbeeld afsnijdt tijdens het rijden, is onze eerste gedachte misschien “Wat een eikel!” in plaats van de mogelijkheid te overwegen dat de chauffeur iemand met spoed naar het vliegveld brengt. Aan de andere kant, wanneer we iemand afsnijden in het verkeer, hebben we de neiging om onszelf ervan te overtuigen dat we dat moesten doen. We concentreren ons op situationele factoren, zoals te laat komen met een ontmoeting en negeren wat ons gedrag zou kunnen zeggen over ons eigen karakter.
Bijvoorbeeld, in een onderzoek waarin iemand anders iets ergs overkwam, gaven proefpersonen 65% van de tijd de schuld aan het gedrag of de persoonlijkheid van die persoon. Maar , wanneer er iets ergs met de proefpersonen gebeurde, gaven ze zichzelf slechts 44% van de tijd de schuld, en gaven ze de situatie waarin ze zich bevonden veel vaker de schuld.
De fundamentele toeschrijvingsfout verklaart dus waarom we anderen vaak hard beoordelen terwijl onszelf van de haak laten gaan door ons eigen onethische gedrag te rationaliseren.