Ja. De afkortingen TTY (TeleTYpe), TDD (Telecommunications Device for the Deaf) en TT (Text Telephone) worden door elkaar gebruikt om te verwijzen naar elk type op tekst gebaseerde telecommunicatieapparatuur die wordt gebruikt door een persoon die niet voldoende functioneel gehoor heeft om spraak te verstaan , zelfs met versterking. De persoon die een bericht verzendt, typt het op een klein toetsenbord en de persoon die het bericht ontvangt, leest de tekst op het scherm. Om een teksttelefoon te kunnen gebruiken, moet de persoon aan de andere kant van het gesprek er ook een hebben, of ze moeten een relayservice gebruiken. Een relay-service biedt een operator die de tekst op een TTY leest en het bericht in een telefoon spreekt en / of luistert op een telefoon en het bericht op een TTY typt.
Voor meer informatie over deze apparaten en hoe ze werken, raadpleeg dan het artikel Met welke toegangsproblemen worden mensen met een handicap geconfronteerd bij het gebruik van een telefoon? en raadpleeg Sectie 255 Toegankelijkheidsrichtlijnen voor telecommunicatiediensten en Telecommunicatiewet.